{short description of image}
Crinum avrense
Akkerdistelgal
is een gal die veroorzaakt wordt door de boorvlieg. De gallen zijn eerst zacht en groen en later bruin en hard. De gal bestaat uit verschillende larvekamers met in iedere kamer een larve van de boorvlieg.
Dat is een klein vliegje met sterk gekleurde of gevlekte vleugels.
Ananasgal
Andricus fecundator
Ananasgal
wordt soms ook wel het eikenroosje genoemd. De gal ziet er de eerste tijd mooi geschubd uit daarna wordt het een rommeltje. Vaak gaan wantsen parasiteren in deze gal.
galappel
Cynips quercusfolii
Galappel
is één van de vele gallen van de zomereik die veroorzaakt wordt door het piepkleine galwespje Cynips quercusfolii. In juni leggen de bevruchte vrouwtjes hun eieren in het eikenblad. Het bladweefsel begint te woekeren op die plaatsen en zo ontstaan de gallen die als voedsel dienen voor de larve die er in zit. Later verpopt de larve zich en tenslotte, na het vallen van blad met gal, komt er een tweede generatie galwespen te voorschijn. Dit zijn uitsluitend vrouwtjes: zij leggen, zonder te zijn bevrucht, hun eitjes in de knoppen van een eik. Hier vormen zich kleinere paarse fluweelgalletjes, waaruit in mei weer galwespen kruipen. De mannetjes bevruchten de vrouwtjes en de cyclus is rond.
Deze galappeltjes bevatten veel looizuur en werden gebruikt om inkt te maken.
knikkergal
Andricus kollari
Knikkergal
wordt veroorzaakt door het galwespje Andricus kollari. Een typische soort voor de eik.
Mosgal
Diplolepis rosae
Mosgal
is een gallensoort die enkel bij wilde rozen voorkomt en veroorzaakt wordt door een hele kleine galwesp. In mei legt deze wesp eitjes in de rozenknoppen en tegen midden augustus vreten de larven zich op verschillende plaatsen in het hout van de rozelaar. Dan ontstaat die bizarre galgroei. In één zo'n gal zitten verschillende kamers en er kunnen wel meer dan 50 larven inzitten. Tegen het einde van de zomer verpoppen die allemaal en het volgende voorjaar komen daar dan weer wespen uit. Dat zijn dan meestal vrouwtjes want van deze soort zijn mannetjes uiterst zeldzaam. Er zijn ook een aantal andere soorten galwespen die van die gal gebruik maken om hun larven groot te brengen. Er zijn zelfs soorten die parasiteren op de parasiterende wespen.
We vonden de mosgallen in de Weygenstraat in de bosrand van Bertembos.
satijnen knoopjesgal
satijnen knoopjesgal
Neuroterus numismalis
Satijnen knoopjesgal
is weer een typische zomereik gal die ook op wintereik voorkomt van de galwesp Neuroterus numismalis. De larven in deze gal zijn van de generatie van uitsluitend vrouwtjes galwespen. Zij veroorzaken op hun beurt de puistjesgal ((Neuroterus numismalis forma vesicator, gal met een punt ipv een kuiltje zoals de satijnen knoopjesgal) waaruit mannen en vrouwen komen. De vrouwtjes die hieruit komen zorgen weer voor satijnen knoopjesgallen.
Stuitergal
Cynips longiventris
Stuitergal
wordt op zomereik veroorzaakt door de galwesp Cynips longiventris. De gallen vallen in de winter samen met het blad op de grond en de larven overwinteren in de gal. Vroeg in het voorjaar vliegen de vrouwtjes uit en deze keer veroorzaken ze de grijze fluweelgalletjes. De generatie die hier uitkomt, zorgt weer voor de stuitergal.
www.koeheide.be