 Rumex
acetosella | Schapenzuring
is een typische zuringsoort van het heischrale grasland. Waardplant voor
o.a. de kleine vuurvlinder en voedselplant voor de veldkrekel. |
 Hypericum
performatum |
Sint-janskruid wordt al eeuwenlang als medicinale plant
gebruikt. De Romeinse legerartsen gebruikten de oliën van het kruid
reeds. Het werd en wordt gebruikt voor de meest uiteenlopende
aandoeningen gaande van bedwateren tot aids. Die oliën komen
uit de vele kliertjes op het blad en de bloem. Zijn naam dankt het aan
de feestdag van Johannes De Doper nl. 24 juni. Vroeger werd op die dag
het kruid geplukt voor gebruik want dan stond de zon het hoogst en had
het sint-janskruid de meeste kracht. Ik vond het op verschillende
plaatsen op de Koeheide maar altijd wel op een zonnig plekje. |


 Prunus
spinosa
 eitjes
van de sleedoornpage | Sleedoorn
De sleedoorn is er één uit de familie van de
roosachtigen (Rosaceae) en wordt vier tot zes meter hoog. De struik is
langs randen van bossen inheems in het overgrote deel van Europa.
Sleedoorn wordt ook wel zwarte doorn genoemd vanwege de zwarte, berijpte
besvruchten die in de nazomer verschijnen. De bessen worden graag
gegeten door lijsters. De bessen zijn pas lekker voor de mens nadat het
een aantal keren goed gevroren heeft of je ze een nachtje in het
vriesvak bewaard hebt. Dan pas verdwijnt de wrange smaak. De lijsters
zorgen zo voor een bescheiden verspreiding van de struik. Het toevoegsel
'doorn' heeft te maken met de gemene takdoorns op het einde van de
stengels. Een doorn is ongeveer anderhalve centimeter lang. De doornige
struik is een geliefd plekje voor broedende vogels. Katten en andere
belagers kunnen niet bij het nest komen zonder zich pijnlijk te bezeren.
De sleedoorn is waardplant van de sleedoornpage waarvan in de late
herfst en winter de eitjes zeer goed zichtbaar zijn op de plant. De
sleedoorn bloeit vroeg in het voorjaar met een overdaad van witte
bloemen maar is ook gevoelig aan de spinselmot. Die grote hoeveeldheden
rupsen van de spinselmot zijn dan weer een lekkernij voor talrijke
vogels. De holle weg naar de top van de Zwanenberg bestaat uit een groot
percentage sleedoorn. De holle weg in de wei van Stierke telt ook nog
heel wat sleedoorns. Het was daar dat ik op een kwartiertje tijd een 12
tal eitjes van de sleedoornpage vond. |
 Ranunculus
ficaria | Speenkruid is
een vroege voorjaarsbloeier met gele spitse bloemen. Vaak te vinden op
vochtige plaatsen, bosranden,... De volksnaam "katteklootjes"
verwijst naar de vorm van de wortelknolletjes. Het zijn deze
wortelknolletjes en het reservevoedsel dat er in opgeslagen is die de
plant toelaten reeds vroeg in het voorjaar te verschijnen. De jonge
blaadjes bevatten erg veel vitamine C vóór de bloei. Lange
tijd werd speenkruid dan ook als groente gegeten en was goed tegen het
...speen. Vandaar de naam. |
 Chelidonium
majus |
Stinkende gouwe is een overblijvende plant met een onaangenaam
geurtje. Bekend van het oranje sap dat overvloedig vrijkomt bij kneuzing
van blad en stengel. Dat sap zou dan weer goed zijn tegen wratten,
vandaar ook de naam "wrattenkruid". Het zaad van de stinkende
gouwe heeft een zogenaamd "mierenbroodje". Er hangt een
voedselpakketje aan voor de mier die met het zaadje naar haar nest trekt
om de larven te voeden. Na het eten van het mierenbroodje worden de
zaadjes weer uit het nest verwijderd en kunnen ze kiemen. |
 Linaria
vulgaris | Vlasbekje
Helmkruidachtige met zwavelgele bloemen met oranje basis. Vaak te
vinden op zuidkant ruigtes en bloeit vaak tot laat in de herfst. Werd in
de Middeleeuwen gebruikt om linnen te stijven. Ik vond ze hoog op lichte
delen van de Kleine Reedelle. |
 Ornithogalum
umbellatum | Vogelmelk is
een liefhebber van droge graslanden. Bij goed weer is de bloem open maar
bij te weinig licht of regen sluit ze zich bijna hermetisch af.
Vogelmelk is waarschijnlijk een stinzeplant. Dat wil zeggen dat ze in
een ver verleden gekweekt werd en daarna verwilderde. Het verhaal gaat
dat waar je vogelmelk vindt er vroeger een kasteel of klooster was. |

 Prunus
avium | Zoete
kers is een inlandse kersensoort waarvan er mooie grote
exemplaren te vinden zijn in de bosrand van Bertembos en aan de wei van
Stierke. |


 Querus
rubor | Zomereik Op
enkele plaatsen van de Koeheide staan er mooi oude zomereiken. Vaak
staan ze alleen maar ook in kleine groepen bij elkaar. Op het einde van
de holle weg naar de top van de Zwanenberg staat een mooie groep. De
zomereik is te onderscheiden van de wintereik door de zeer korte
bladstelen aan de bladeren en de langere steeltjes aan de eikels. Bijna
alle eiken in de streek zijn zomereiken. Wintereiken zijn hier een
zeldzaamheid. |