Op deze pagina vind je een kleine greep uit de paddenstoelen van de Koeheide. De Koeheide herbergt heel wat pareltjes. Naast de spectaculaire wasplaten en allerlei zeldzame graslandsoorten vind je nog heel wat fungi in het gevarieerde landschap van de Koeheide. In een periode van 10 jaar (2003 tot 2013) werden 306 soorten waargenomen. Die lijst vind je hier. |
||
Omphalina chlorocyanea |
Blauwgroen trechtertje is een bijzondere en zeldzame verschijning en dat niet alleen op de Koeheide. De trechtertjes familie is niet zo'n grote groep maar werd nog weinig onderzocht. Ze hebben een kleine genavelde hoed met langs de steel aflopende plaatjes en tussenplaatjes. Het zijn door de band saprofieten en leven van dood materiaal vaak in de grond. Het blauwgroen trechterje van de Koeheide is echter één van die Omphalina's die in symbiose leven met kortsmossen. Het was dan ook tussen het bekertjesmos op de Reedelle dat we deze bijzondere paddenstoel aantroffen. Van Omphalina chlorocyanea is er slechts één waarneming opgenomen in FUNBEL. Een databank met ruim 400.000 waarnemingen. Het is een exsiccaat van Louis Imler dat bewaard wordt in de Nationale Plantentuin te Meise van een vondst op 13 november 1960 te Turnhout. Sporenonderzoek dat uitgevooerd is, heeft ondertussen uitgewezen dat de exemplaren van de Koeheide na 40 jaar de tweede waarneming van deze soort in België zijn. We vonden 3 vindplaatsen van de soort op 24 december 2003, op 8 en 24 februari 2004. Het vinden van deze bijzondere paddenstoel, deed ons ook eens beter kijken naar de verschillende vormen van bekermossen op deze vindplaatsen. Het verbazende resultaat vind je hier. Het Blauwgroen trechtertje komt voor tussen mossen en lichenen in voedselarm grasland op zure bodems. Dit paddenstoeltje is heel zeldzaam maar wordt de laatste paar jaar (vanaf 2004) vaker gemeld, vooral in gebieden waar natuurontwikkeling heeft plaats gevonden en waar open pioniervegetatie zich aan het ontwikkelen is. Na 2004 werd het op de Koeheide niet meer waargenomen maar in de winter van eind januari, begin februari 2010 tijdens en na een periode van sneeuw werden er weer enkele exemplaren ontdekt op de eerste vindplaats. Enkele dagen later waren dat er verschillende tientallen. Het is een zeer klein paddenstoeltje tussen de nog kleinere bekertjesmossen maar voor de aandachtige natuurliefhebber een grote vondst. kenmerken Hoed: Tot 24 mm dia. Jong vlak, soms met een papil. Later tot bijna trechtervormig. Oppervlak onregelmatig. |
|
Galerina hypnorum |
Bruingeel
mosklokje is een vertegenwoordiger van de kleine tere mosklokjes. Klein en fijn maar wel uiterst giftig. Vaak te vinden tussen het mos of op bemoste takken. |
|
Macrotyphula filiformis |
Draadknotszwam in de bosrand van Bertembos verscheen deze vertegenwoordiger van de knotszwammen massaal. Hij groeit er op de bladval van beuk, berk en els op vochtige plekken. |
|
Stropharia aeruginosa |
Echte
kopergroenzwam heeft zoals de meeste stropharia-soorten een duidelijke ring rond de steel. Als die ring ontbreekt en de steel heeft een grijze zone heb je te maken met de valse kopergroenzwam die ook op de Koeheide te vinden is. |
|
Mycena pura |
Elfenschermpje
is een paddestoeltje met een liefelijke naam maar één van de giftige mycenasoorten. Bij nat weer kleurt de hoed feller. Ik vond ze op de Heiberg bij het verlaten van de holle weg tussen de wortels van een zoete kers. Mycena's staan bekend als "strooiselafbrekertjes". Het is een saprofiet. Ze leven dus van dood organisch materiaal. Saprofieten zijn de opruimers bij uitstek van het bos. |
|
Franjevlekplaat | ||
Gele knotszwam | ||
Gele koraalzwam | ||
Scleroderma citrinum |
Gele
aardappelbovist is een veel voorkomende stuifzwam die in de grond wortelt. Bij het rijpen droogt de wand van de knol en scheurt hij open. Dan kunnen de sporen zich massaal verspreiden bij de minste aanraking van de zwam. Aardappelbovisten smaken en ruiken soms vies. Ze zijn ook giftig. |
|
Tremella mesenterica |
Gele
trilzwam is te vinden op dood hout maar ook op dode of afgebroken takken van gezonde bomen. De gele trilzwam wordt ook wel eens verwisseld met de Heksenboter (Fuligo septica). Dat is echter een slijmzwam. Een eik op de Heiberg had wel 10 grote zwamen op enkele takken. De zwam was ook veel te vinden in het gekapte hout in de holle weg van Stierke. |
|
Geschubde
inktzwam begint als een zuiver witte paddestoel met afstaande schubben en een kale donkere kruin. Bij het rijpen rolt de rand zich op en begint meteen te verkleuren en te vervloeien met echte druppels inkt. Jonge exemplaren zouden lekker smaken. |
||
Flammulina velutipes |
Gewoon
fluweelpootje is een heldergeel, oranje paddestoeltje dat steeds op stronken en stammen van loofbomen groeit, vaak in dichte bundels. De zwam is ongevoelig voor vorst en daarom in de wintermaanden een aparte verschijning. De hoeden zouden eetbaar en zeer lekker zijn. In de holle weg van Stierke staan in de noordberm grote bestanden. |
|
Nectria cinnebarina | Gewoon
meniezwammetje van deze kleine maar opvallende soort bestaan 2 vormen: een zogenaamd perfect stadium dat tot geslachtelijke voortplanting in staat is en een imperfect stadium dat zich ongeslachtelijk kan voortplanten, waarbij beide vormen naast elkaar kunnen voorkomen. Het perfecte stadium heeft vermiljoen tot bruinrode vruchtlichaampjes, het imperfecte stadium manifesteert zich als bleek oranje-roze kussentjes. Steeds te vinden op dood takhout. |
|
Gewoon vuurzwammetje | ||
Harde voorjaarssatijnzwam | ||
zwamvlok van de honingzwam |
Honingzwam is een agressieve paddestoel die via de wortels ook het gezonde hout van een boom kan aantasten. De honingzwam is een parasiet. Hij zal uiteindelijk zijn gastheer de das om doen. Nadat de parasiterende paddestoel zijn gastheer vermoord heeft, kan hij nog jaren lang als saprofiet verder leven. Deze exemplaren werden gevonden in de bosrand van Bertembos op dood hout. |
|
Jirneola auricula-judea |
Judasoor is een lid van de familie van de trilzwammen. Het is een parasiet met voorkeur voor bepaalde houtsoorten zoals vlier, iep, wilg maar ook beuk en esdoorn. Het oor kan zich dicht plooien en in elkaar krimpen als de weersomstandigheden slecht worden. In de holle weg van Stierke groeien deze bijzonder grote exemplaren op een zo goed als dood zijnde vlier. |
|
Coprinus acuminatus |
Kleine
kale inktzwam is een wat zeldzamere inktzwam die het moet hebben van lemige bodems. |
|
Macrolepiota rhacodes |
Knolparasolzwam
Boven op de Heiberg in de koeienwei stonden enkele weken 3 forse exemplaren van de knolparasolzwam . De knolparasol is een saprofiet. |
|
heksenkring Nevelzwammen Geest van de Koeheide |
Nevelzwam
Een heksenkring is een cirkelvormige groei van zwammen. De paddestoelen groeien aan de uiteinden van het zich cirkelvormig uitspreidende mycelium. De nevelzwam is een saprotroof of saprofiet. Dat betekent dat hij van dood organisch materiaal leeft. Deze heksenkring van meer dan 4 meter diameter was te zien onder een grote eik aan de Biezekenshoek in de late herfst. Ik zag er nooit heksen maar op een avond verscheen er wel de geest van de Koeheide... |
|
Amanita rubescens |
Parelamaniet is te vinden in de bosrand van Bertembos. Het is een veel voorkomende amaniet en familie van o.a de vliegenzwam. Amanieten zijn symbionten. Dat betekent dat ze voedingsstoffen uitwisselen met hogere planten. De plant levert suikers en de zwam zal water en mineralen oppompen voor de plant. Zowat alle inheemse bomen leven in symbiose met zwammen. Deze zwammen gaan de laatste decennia achteruit omdat ook de toestand van de bomen in Vlaanderen achteruit gaat. Symbionten zijn dan ook een graadmeter voor de toestand van het bos. |
|
Sarcoscypha coccinea |
Rode
kelkzwam werd gevonden op de werkdag van 17 januari 2004 in het reservaat. Van deze soort zijn er erg weinig vindplaatsen in Vlaanderen. De grootste en bekendste vindplaats ligt Meldert waar er enkele honderden exemplaren staan op slechts een paar locaties in en om het Meldertbos. Foto's van die krulhaarkelkzwammen vind je hier. In Vlaanderen kunnen 2 soorten voorkomen. De krulhaarkelkzwam (Sarcoscypha austriaca ) en de rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea). Alleen microscopisch sporenonderzoek kan uitmaken om welke soort het gaat. Uit dat onderzoek bleek dat de Koeheide een nieuwe vindplaats is van de rode kelkzwam Sarcoscypha coccinea. |
|
Xerocomus chrysenteron |
Roodsteelfluweelboleet stond in de holle weg van Stierke. Het exemplaar op de foto is een beetje een twijfelgeval maar de gele buisjes en de rozerode vraatplekken bij de achterste trokken ons over de steep. |
|
Trametes hirsuta |
Ruig
elfenbankje is een zeer algemeen paddestoeltje dat voorkomt op dood hout van eiken, beuken en vogelkers. De bovenkant is grof borstilg behaard en na een tijdje vaak bemost. |
|
Pleurotus cornucopiae |
Trechteroesterzwan Oesterzwammen zijn ongesteelde of zijdelings kortgesteelde paddestoelen die op levend en dood hout voorkomen. Hun waaier- of schelpvorm valt erg op. Ze kunnen daarbij forse bestanden bouwen en zitten dan als "oesters" op hun bank. De schuingegroefde steeltjes van dit exemplaar op dood hout in de holle weg van Stierke doet vermoeden dat het hier om de iets zeldzamere trechteroesterzwam gaat. Ook is de zwam pas verschenen na de eerste nachtvorst van november. Oesterzwammen hebben vaak die eerste vorst nodig om vruchtlichamen te vormen. |
|
Auricularia mesenterica |
Viltig
judasoor is niet zo'n algemeen zwammetje. Vaak te vinden op stronken van iep en populier. |
|
Vroege leemhoed | ||
Schyzophillum commune |
Waaiertje is een zeer algemene soort die we het hele jaar door kunnen vinden op dood loofhout. Bijzonder zijn de gespleten lamellen die bij droog weer inrollen en zo de sporen beschermen tegen uitdrogen. |
|
Crepidotus variabilis |
Wit
oorzwammetje is een algemene vertegenwoordiger van de kleine familie van de oortjeszwammen. Er zijn slecht een tiental soorten maar om die van elkaar te onderscheiden, moet er microscopisch sporenonderzoek gedaan worden. Vaak te vinden als opvallende verschijning op takjes en twijgen van dood loofhout |
|
Zwarte trilzwam Exidia plana |
Zwarte
trilzwam Zwarte trilzwam op dood iepenhout met vraatgangen van de iepenspintkever. |
|
Hypholoma |
Zwavelkop
|